Iván Boszormenyi-Nagy (1920-2007) is de grondlegger van de contextuele therapie. Hij werd in Boedapest geboren en stamt uit een familie van juristen. Hij doceerde psychiatrie in zijn geboortestad Boedapest. Hij ontvluchtte Hongarije en woonde enige tijd in Oostenrijk totdat hij in 1950 emigreerde naar de Verenigde Staten. Dit had te maken met de communistische machtsovername in zijn land. Hij was de oprichter en directeur van de afdeling gezinspsychiatrie van het Eastern Pennsylvania Psychiatric Institute (1957) in Philadelphia en vervulde die functie twintig jaar lang. Een bijzonderheid in dat instituut was, dat over de behandeling overlegd werd met niet alleen de hulpverleners maar ook de patiënten zelf en hun familieleden. Vooral dat laatste maakte indruk op Nagy: de grote betekenis die bloedverwanten hebben op het welbevinden van patiënten. De onvoorwaardelijke loyaliteit tussen ouders en kinderen is dan ook een belangrijk element in het contextuele gedachtegoed.
Nagy brengt een ordening aan in de relationele werkelijkheid zoals die zich voordoet aan ons mensen (Boszormenyi-Nagy & Krasner, 1994). Hij beschrijft die werkelijkheid in vier dimensies:
- De dimensie van de objectiveerbare feiten
Dit zijn intrinsiek aanwezige factoren in iemands leven zoals genetische aanleg, fysieke gezondheid, uiterlijk, ras, financiën, sociaal-economische status, religie. - De dimensie van de individuele psychologie
Hier gaat het om de manier waarop men de feiten waarneemt, ervaart, aanvoelt, beleeft, interpreteert en een plek geeft. De dimensie omvat de manier waarop de dingen zijn verwerkt, de gevolgen voor de ontwikkeling en in bredere zin alles waar de traditionele individuele psychotherapie zich op richt. - De dimensie van de transactionele patronen
Dit is het terrein van de klassieke systemische benadering: mensen leven in relaties met de regels, de machtsverhoudingen, verbindingen en loyaliteiten die daarbij horen. Deze dimensie omvat situaties en processen binnen gezinnen zoals: dubbele binding, triangulatie, tot zondebok maken, etikettering, machtsstrijd, hiërarchie, structuren, subsystemen en alles waar men zich in de systeemtherapie op richt. - De dimensie van de relationele ethiek
Deze vierde dimensie is de kenmerkende dimensie voor het denken van Nagy. Het gaat over rechtvaardigheid in de verhoudingen: mensen functioneren pas goed wanneer er een gerechtvaardigde en houdbare balans is tussen geven en ontvangen. Volgens Nagy wordt in elke familie een “onzichtbaar grootboek” bijgehouden van geven en ontvangen. Terwijl je als kind eerst in principe alleen kunt ontvangen begint het geven al met het eerste lachje. Begrippen als betrouwbaarheid, verantwoordelijkheid, autonomie en verbondenheid krijgen een plek binnen deze dimensie.
Nagy voegde de ethische dimensie toe aan ons denken over de relationele werkelijkheid. Deze ethische dimensie vormt als het ware een koepel over de eerste drie dimensies.
Dit betekent dat de eerste drie dimensies voluit meedoen, maar de vierde dimensie kan er iets waardevols aan toevoegen:
- Je krijgt meer oog voor de context in verticaal (transgenerationeel) opzicht.
- Je maakt niet alleen de individuele cliënt sterker (assertiever), maar helpt hem ook om aansluiting te vinden bij betekenisvolle anderen.
- Omdat familie blijft en jij gaat, vergroot het de kans op langdurige veranderingen.
- Je krijgt zicht op de legaten en delegaten vanuit de ene generatie naar de volgende.
- Het vergroot je inzicht in verborgen of gespleten loyaliteiten die een rol spelen.
- Componenten van onderlinge verdiensten komen in beeld
- De kracht van hulpbronnen wordt ingezet.
De uitdaging van Taal Zonder Grenzen is om de vierde, ethische, dimensie helder in beeld te brengen met de visuele hulp van de poppetjes. Een aanzet daartoe vind je op de volgende pagina; in boek en cursus ga ik er verder op in.